Roofdier wordt prooi

Kennismaking met de haaienproblematiek



Met dit project wil SFF de aandacht vestigen op een specifiek en actueel probleem dat de gezondheid van de zee ernstige schade toebrengt. Een essentiële en bepalende hoeksteen van het ecosysteem in de zee zijn de roofdieren aan de top van de voedselketen. Zij regelen de aantallen van de soorten onder hen, houden door het verwijderen van oude en zieke dieren de genenpoel van hun prooien gezond en houden als aaseters riffen vrij van parasieten en ziekten.

De belangrijkste groep van dieren die deze rol vervult zijn de haaien. Door het feit dat ze traag groeien en zich slechts laat en beperkt voortplanten, is behoud van het evenwicht in het marine ecosysteem verzekerd. Het maakt ze echter ook extra gevoelig voor overbevissing. Het duurt immers tientallen jaren alvorens hun aantallen weer kunnen aangroeien.

Haaien worden in mindere mate bejaagd voor hun vlees, huid en levers, maar hoofdzakelijk voor hun vinnen die als delicatesse worden gegeten in Azïe. Haaienvinnensoep wordt reeds eeuwen aanzien als een keizerlijk gerecht. De laatste decennia echter is dankzij een hogere welvaart binnen de Chinese middenklasse, haaienvinnensoep gecommercialiseerd als een status- en welvaartssymbool. Binnen de industrie worden kwaliteitsvolle vinnen aangeboden aan 500 euro per kg en een kommetje haaienvinnensoep kost in een restaurant al snel 70-100 euro, ondanks het feit dat de vin geen enkele nutritionele waarde of smaak heeft.

Het uiterst lucratieve karakter van deze industrie heeft een extreme overbevissing van haaien veroorzaakt. Er wordt geschat dat jaarlijks 73 miljoen haaien worden opgevist. Wetenschappers bevestigen dat in de laatste 30-40 jaar, 65-80% van vele haaiensoorten werden weggevist uit grote delen van de oceanen. Voor de commercieel meest interessante soorten loopt dit percentage zelfs op tot 95%. Van de bijna 500 verschillende soorten haaien is inmiddels een derde bedreigd met uitsterven.

Vermits de marktwaarde van haaienvlees slechts een fractie bedraagt van die van vinnen en omdat het snel bederft, worden (heel vaak nog levende) haaien na het afsnijden van de vinnen door veel vissers teruggegooid in zee. De vinnen van een haai bedragen samen slechts 3-4% van het lichaamsgewicht wat deze praktijk (ook finning genaamd), naast het onmenselijke aspect ook uitermate verspillend maakt.

Het artikel "Haaienvinnensoep drijft haaienpopulaties wereldwijd de soep in" gaat dieper in op de verschillende aspecten rond de haaienvangst en de bedreigingen voor en bescherming van haaien. Daarnaast vinden jullie in het informatiepakket een uitgebreide selectie aan referenties, artikels, foto's en filmpjes omtrent haaien en de haaienproblematiek.

De Europese unie (EU) is verantwoordelijk voor een derde van de globale haaienvangst. De Spaanse export van haaien wordt enkel overtroffen door die van Indonesië en Indië, maar ook Portugal, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk behoren tot de top 20 van grootste haaienexporteurs.

In het CNN artikel "Shark catching drives species to extinction" werd een wereldkaart opgenomen met aanduiding van deze 20 landen.


Officieel is finning, (het afsnijden van de vinnen van haaien en vervolgens het ontvinde lichaam van de haai teruggooien in de zee) in de EU verboden, maar de huidige wetgeving is uitermate zwak en bevat verschillende achterpoortjes. Zo staat het EU landen vrij speciale vergunningen af te leveren waardoor hun vissers de vinnen van haaien op zee mogen verwijderen en deze vinnen en karkassen vervolgens in verschillende havens mogen verkopen.

Hierdoor kan niet meer worden gecontroleerd of er naast de vinnen een overeenkomstig aantal karkassen aan boord was, de vangstquota niet werd overschreden en dat geen beschermde haaiensoorten werden gevangen. Spanje en Portugal leveren deze vergunningen nog steeds af en dit voor bijna al hun vissersvaartuigen.

De Europese Commissie (EC) is zich bewust van dit probleem en neemt dit zeer ernstig. In 2009 ontwikkelde de EC het "EU Action Plan for the Conservation and Management of Sharks". Daarnaast werd een Schriftelijke Verklaring voor het verstrengen van het Europese haaienbeleid - opgesteld door Europarlementariërs Jean-Paul Besset, Chris Davies, Sirpa Pietikäinen en Daciana Octavia Sârbu - aanvaard op 16 december 2010, na ondertekening door 423 leden van het Europese Parlement (het hoogste aantal handtekeningen een Schriftelijke Verklaring in 2010 mocht ontvangen).

De EC initieerde op 21 november 2011 dan ook een wetsvoorstel, dat naar verwachting voor de herfst van 2012 geratificeerd zal worden door de raad van Europese visserijministers (visserijraad) en het Europese Parlement. Het voorstel zou mogelijk vissers verplichten haaien zonder uitzondering in hun geheel aan te landen in havens, een betere bescherming bieden aan bedreigde haaiensoorten en de toegestane vangstquota voor haaien verlagen.


Ook in België bestaat reeds tientallen jaren een actieve haaienvisserij. Deze was in het verleden voornamelijk gericht op het vangen van doornhaai, haringhaai en gevlekte hondshaai. Terwijl de jaarlijkse vangsten in de jaren 70 gemiddeld een 2.200 ton bedroeg, is deze sinds de jaren 90 langzaam geslonken naar 500 ton per jaar. De meest voorkomende haaiensoort in de Noordzee en Ierse zee - de belangrijkste visgronden van de Belgische visserij - was vroeger de doornhaai. Het haaienvlees dat het vlees van de slinkende kabeljauwpopulaties kon vervangen en zijn grote lever waarvan het bestanddeel squalene wordt gebruikt in make-up en vaccins, maakte deze soort erg gezocht.

Initieël waren de vangsten groot, maar later bleken de aantallen erg snel terug te lopen. Onderzoek wees toen uit dat deze kleine haaiensoort niet minder dan een 70-tal jaren leeft, pas na 25-30 jaar geslachtsrijp wordt en een uitzonderlijke draagtijd van 2 jaar heeft. Bovendien moet na het verwerven van de kroost van 1-12 nakomelingen, een rustperiode van 2 jaar ingelast worden alvorens de haai zich weer kan voortplanten. De vangstquota's voor de doornhaai zakten van 150 ton in 2001 naar 10 ton in 2008 en 4 ton in 2009, toch werd hiervan in 2008 slechts 10% en in 2009 slechts 16% benut (effectief gevangen).


In 2010 werd de commerciële vangst van de doornhaai en haringhaai in België stopgezet omdat de soorten commercieël uitgeput zijn. Men richt zich nu enkel nog op de gevlekte hondshaai waarvoor geen maximum quota werd ingesteld. De soort is echter minder populair waardoor in 2009, 20% van de vangst werd opgevangen (niet verkocht). Er werd voorlopig ook onvoldoende wetenschappelijk onderzoek verricht naar de voortplantingsleeftijd en -eigenschappen van de gevlekte hondshaai.
Bronnen: website van Landbouw en Visserij van de Vlaamse Overheid en de International Union for Conservation of Nature (IUCN) Red List.

Daarnaast blijken Belgische vissers ook niet ongevoelig voor de hoge marktwaarde van haaienvinnen van grotere haaiensoorten. Deze worden gevangen als bijvangst en moeten worden teruggeworpen, zo mogelijk levend. Uit een artikel geschreven door wetenschappelijk journalisten Helga D'Have en Robin Van Nuffel blijkt dat ook in Belgie misbruiken voorkomen wat betreft beschermde haaiensoorten en finning.

Het artikel "Naar de haaien: illegale jacht op vinnen" werd gepubliceerd in het EOS magazine van februari 2011. Zowel het artikel als het onderzoek werden erg positief onthaald: